Minister van Pensioenen Lalieux, premier De Croo en vice-premier David Clarinval bij de voorstelling van het pensioenakkoord. © belgaimage

Wat de hervorming echt doet met je pensioen

De federale regering bereikte net voor de zomer een nieuw pensioenakkoord. Welke maatregelen komen eraan? En zullen die volstaan om de toekomst van de pensioenen in ons land veilig te stellen?

In de zomer van 2022 was er al een eerste pensioenakkoord. Dat had betrekking op drie punten:

  • Striktere voorwaarden om recht te hebben op een minimumpensioen.
  • De (her)invoering van de pensioenbonus.
  • De herwaardering van deeltijds werk bij de berekening van het minimumpensioen.

Dit akkoord moet nog in uitvoeringsbesluiten worden gegoten. Daar komt nu een nieuw akkoord bovenop, dat in juli van dit jaar werd gesloten. De belangrijkste punten van dit laatste akkoord zouden begin 2024 in voege treden. We leggen in grote lijnen uit wat het inhoudt.

1 Minimumpensioen versoepeld

De voorwaarden om recht te hebben op een minimumpensioen waren vorig jaar al aangescherpt. Je moest niet enkel een loopbaan van 30 jaar hebben, je moest ook 5.000 effectief gewerkte dagen op de teller hebben. Het nieuwe akkoord versoepelt nu de periodes die worden gelijkgesteld met effectief gewerkte dagen, door er het ouderschapsverlof, het verlof voor mantelzorg en tijdelijke werkloosheid aan toe te voegen. Periodes van ‘gewone’ werkloosheid tellen dus nog altijd niet mee.

Het bedrag van het minimumpensioen wijzigt evenmin. Denk dus niet dat je 1.500 euro (geïndexeerd) minimumpensioen zal krijgen na een loopbaan van 20 jaar. Een loopbaan van 30 jaar blijft vereist, waarvan 20 jaar (of 5.000 dagen) effectief gewerkt. Of anders gezegd: tijdens je loopbaan van 30 jaar zal je 20 x 250 dagen effectief moeten gewerkt hebben in geval van een voltijdse baan en 20 x 156 dagen bij een deeltijdse baan. Het bedrag van het pensioen wordt dan berekend in functie van de arbeidsduur.

Het basisbedrag van 1.500 euro wordt op 1 januari 2024 opnieuw herzien en zal dan rond 1.640 euro netto bedragen voor een alleenstaande.

Heb je geen loopbaan van 30 jaar en/of heb je minder dan 20 jaar effectief gewerkt, dan heb je geen recht op een minimumpensioen. Je krijgt dan wel een pensioen, maar dat zal lager liggen.

2 Pensioenbonus netto i.p.v. bruto

Het principe van de pensioenbonus is mensen te ‘belonen’ die langer werken dan de dag waarop ze vervroegd met pensioen kunnen.

Een voorbeeld. Wanneer een werknemer op 63 jaar en met een loopbaan van 42 jaar op de teller ervoor kiest zijn beroepsactiviteit verder te zetten, zal hij verder pensioenrechten opbouwen en ook kunnen genieten van een financiële bonus. We herinneren eraan dat als je geen loopbaan hebt van 42 jaar, je pas op je 65ste verjaardag met pensioen kan. Dat wordt 66 jaar in 2025 en 67 jaar vanaf 2030.

Het akkoord van de zomer van 2022 voorzag een bonus van 2 tot 3 euro per dag voor wie niet vervroegd met pensioen gaat. Het huidige akkoord stelt nu dat die premie netto is en niet bruto. Wie langer werkt zal zich die premie in één keer kunnen laten uitbetalen. Dat forfaitaire bedrag kan oplopen tot 22.645 euro netto als je drie jaar langer werkt dan de datum waarop je recht had om vervroegd met pensioen te gaan.

3 Perequatie ambtenarenpensioen geplafonneerd

Er wordt een plafond ingevoerd voor de perequatie van de ambtenarenpensioenen. De perequatie is een mechanisme waarbij de ambtenarenpensioenen de evolutie van de ambtenarenwedden volgen, bovenop de indexering. Dat voordelige systeem zorgt ervoor dat de ambtenarenpensioenen veel sterker stijgen dan die van loontrekkenden en zelfstandigen. Een beetje hetzelfde principe als dat van het uitgesteld loon. Of hoe het pensioen van een ambtenaar opkrikken, omdat zijn salaris, toen hij nog werkte, lager was dan dat van een werknemer in de privésector.

Vandaag heeft de federale overheid dus beslist om het perequatiesysteem te plafonneren. De verhoging zal voortaan beperkt blijven tot 0,3% per jaar van het totale ambtenarenpensioen. De overheidsvakbonden zeggen verbolgen te zijn over deze ‘onaanvaardbare’ maatregel. “Het zijn de ambtenaren die de pensioenhervorming gaan betalen. 80% van de besparingen zullen op de kap van de openbare sector worden gerealiseerd”, klinkt het bij het gemeenschappelijk vakbondsfront.

4 Hogere taks op hoog aanvullend pensioen

En dan is er nog een laatste onbenullige maatregel die slechts 2.941 mensen treft. Het akkoord wil de hoogste aanvullende pensioenen meer laten bijdragen via een verdubbeling van de zogenaamde Wijninckx-bijdrage, een speciale bijdrage op de premies van het aanvullende pensioen in de tweede pijler. Die wordt vanaf 1 januari 2028 opgetrokken van 3% naar 6%. Lees hierover ook ons artikel over het aanvullend pensioen verder in dit blad.

Slechts een hervorminkje

“Deze hervorming pretendeert niet de laatste te zijn”, gaf premier Alexander De Croo nog mee. Het gaat inderdaad niet om het sluitstuk. De kans is groot dat de meerderheid, die na de stembusgang van 9 juni 2024 wordt gevormd, opnieuw met dit dossier aan de slag moet. Specialisten van verschillende universiteiten noemen deze hervorming dan ook eerder een hervorminkje, dat lang niet volstaat om het pensioenstelsel in ons land leefbaar te houden op lange termijn. Er moest vooral een teken van goede wil worden gegeven aan Europa dat België stappen onderneemt om de kostprijs van de vergrijzing onder controle te houden. In ruil voor het vrijmaken van Europees geld.

Maar om het voortbestaan van de pensioenen veilig te stellen is meer nodig. Met het akkoord van deze zomer wordt slechts 0,475% bespaard van het BBP tegen 2070!

Partner Content