In de Museumtuin van Gaasbeek worden groenten en fruit geteeld zoals in de 18de en 19de eeuw. © MUSEUMTUIN GAASBEEK / EDDY VANGROENDERBEEK

4 uitstapjes op een steenworp van de stad

Soms hoef je helemaal niet ver te gaan om verrassende plekjes te ontdekken in eigen land. Enkele ideetjes

De Kasteelparken van de Brusselse adel

Als de adel de drukte van Brussel achter zich wou laten, trok ze naar het Pajottenland. Van oude versterkte burchten maakte ze lusthoven met mooie parken en tuinen. De kastelen en domeinen van Gaasbeek, Groenenberg en Coloma liggen dan ook op een steenworp van de hoofdstad. Een wandellus van een dikke 17 km verbindt hen. Het bekendste kasteel is dat van Gaasbeek. Het dank zijn faam aan zijn excentrieke ontwerpster, markiezin Arconati Visconti, én aan de tentoonstellingen die er worden georganiseerd. Nu het kasteel door renovatiewerken tot 2023 dicht blijft, loont het de moeite het domein te ontdekken, met o.a. een barokke kapel, een neogotische schuur, een paviljoen en een classicistische triomfboog ter ere van Napoleon. In de Museumtuin worden bloemen, groenten en fruit geteeld zoals in de 18de en 19de eeuw.

Kasteel Groenenberg
Kasteel Groenenberg© 2009 TOM LINSTER

Aan de overkant van de Kasteelstraat, op grondgebied Vlezenbeek, wandel je het kasteeldomein Groenenberg op. Het kasteeltje werd in 1890 gebouwd. Je kan het niet bezoeken, maar de Engelse landschapstuin met een mooie collectie hortensia’s, azalea’s en rododendrons loont de moeite.

Via de Witse-boom, een beschermde lindeboom waar de tv-detective ging mijmeren met zicht op Brussel, wandel je naar het Colomapark in Sint-Pieters-Leeuw. Qua landschap is dit het minst imposante domein van de drie, maar liefhebbers van rozen kunnen hier hun hart ophalen in de Rozentuin met meer dan 3.000 rozensoorten. Terug naar Gaasbeek gaat het langs de dorpjes Oudenaken en Sint-Laureins-Berchem, met dorpskernen en oude schoolgebouwtjes die je terug naar de jaren 1950 katalpulteren. Misschien kom je op de Pastoorswandeling, het steile paadje tussen de twee dorpskerken, nog een priester in zwarte soutane tegen!

Route via wandelnetwerk Pajottenland, wandelknooppunt.be Gaasbeek, kasteelvangaasbeek.be en toerismevlaamsbrabant.be

Langs de dijle tussen Mechelen en Leuven

Geherwaardeerde Remy-site langs de vaart in Wijgmaal.
Geherwaardeerde Remy-site langs de vaart in Wijgmaal.© LANDER LOECKX

Mechelen en Leuven zijn met elkaar verbonden via een schitterend koppelteken. Eeuwenlang fungeerde de Dijle, een zijrivier van de Rupel, als belangrijkste verbindingsweg tussen beide steden. Vandaag heeft de rivier de rust teruggevonden en is ze vooral een heerlijke plek voor wandelaars en nog meer voor fietsers. Met reden. Onderweg meandert de Dijle door een eindeloos mooi bewaard platteland.

Het parcours is 50% autovrij.
Het parcours is 50% autovrij.© LANDER LOECKX

Als je vertrekt uit Mechelen fiets je eerst door het Mechels Broek, een moerassig natuurgebied dat is uitgegroeid tot een geliefd toevluchtsoord voor watervogels. Verder loopt de rivier langs enkele dorpen met interessante bezienswaardigheden, al moet je dan wel even wegrijden van de rivier. Bonheiden heeft nog altijd zijn middeleeuwse schandpaal. In Tremelo, het geboortedorp van pater Damiaan, wacht het aan hem gewijde museum. En in Werchter is het belevingscentrum Rock Werchter X een aanrader.

Als je van Mechelen naar Leuven bent gefietst (of omgekeerd) en op de terugweg niet dezelfde route wil rijden, dan kan je opteren voor de Dijlevalleiroute. Die route van zo’n 60 km maakt een lus tussen beide steden. Eén kant van de lus volgt de kronkelende rivier. De andere kant volgt het veel rechtere, maar daarom niet minder mooie Leuven-Dijlekanaal, vroeger bekend als de Leuvense Vaart. Hier trap je onder meer langs het knappe dorpje Tildonk, met zijn belevingsmuseum 14-18, en langs dierenpark Planckendael.

Dijlevalleiroute. Knooppunten en route kan je gratis downloaden via toerismevlaamsbrabant.be. Gratis folders bij de toeristische diensten van Mechelen en Leuven.

De watervalletjes van de Bovenmaas

Het uitzicht vanop de heuvelkam op de Bovenmaas loont de moeite.
Het uitzicht vanop de heuvelkam op de Bovenmaas loont de moeite.© MAES CHRISTIAN (C)OTH

Eén van de mooiste wandeltochten in de regio Bovenmaas, tussen Dinant en Givet, loopt langs zacht klaterende watervalletjes. Daar werden verschillende wandelingen van 6 tot 12 km elk samengebracht in de Promenades des Cascatelles. Ze vertrekken op het plateau van Famignoul of dat van de Maas zelf. Zoals die welke vertrekt in Hastière en die welke start nadat je in Waulsort het veer naar de overkant hebt genomen (mei tot september).

Al deze wandelpaden hebben één ding gemeen: ze klimmen door de bossen omhoog en volgen dan de heuvelkam, met adembenemende uitzichten die al die verbrande calorieën de moeite waard maken. Steil beneden zie je dan bv. Waulsort liggen met zijn grote vintagehotels en villa’s van rond 1900, toen de gegoede burgerij de zomers aan de oevers van de Maas kwam doorbrengen.

De term cascatelles slaat op de aaneenschakeling van watervalletjes die zich van het ene bekken in het andere storten. Hun zachte geruis en plagerige spel met de rotsen maken elke wandelaar vrolijk. Het pad langs de watervalletjes is soms steil en verloopt daarom deels via trappen die het wandelen vergemakkelijken. Dat neemt niet weg dat de kuiten het soms zwaar krijgen wanneer je bv. van de Maasoever naar de heuvelkam klimt. Tegelijk nodigt al dat frisse groen en borrelende water uit tot deugddoende pauzes. Want niemand zegt dat je een marathon moet lopen. Hier ontmoet je eerder bosnimfen dan gehaaste kabouters.

Het vlas van de leiestreek

In juni staan de paarsblauwe vlasbloemen volop in bloei.
In juni staan de paarsblauwe vlasbloemen volop in bloei.

De Leiestreek heeft veel van haar rijkdom te danken aan de textielindustrie. Dus geen betere manier om de regio rond Kortrijk te verkennen dan met een fietstocht langs de vlasvelden. De beste periode om de streek aan te doen is juni. Dan staat het vlas in bloei en kan je het veelzijdige plantje herkennen aan zijn blauwpaarse bloemetjes. Elk jaar stippelt Texture, het museum van Leie en vlas, verschillende fietsroutes uit langs de velden waar op dat moment vlas wordt geteeld. Onze tip: start je fietstocht in de ochtend, want vlas staat maar enkele uurtjes per dag in bloei.

De fietstochten starten in Kortrijk aan het Texture museum, in het verleden een vlasverzendhuis van The Linen Thread Company. Het jaagpad langs de Leie brengt je al snel naar groenere oorden. Maar het zal je ook opvallen dat deze streek wordt doorkruist door drukke verkeersaders en spoorwegen waarlangs het vlas naar de rest van Europa werd en wordt geëxporteerd.

In uit de kluiten gewassen dorpen als Wevelgem, Wielsbeke en Moors-lede herinneren schuren en roterijen nog aan de vlasindustrie, die werk verschafte aan tienduizenden mensen. Heule herbergt zelfs de nog enige werkende vlaszwingelmolen van Europa, de Preetjesmolen. Intussen werden heel wat oude rivierarmen van de Leie en de Mandel, alsook oude industriële sites zoals het provinciedomein Bergelen in Wevelgem – ooit een zandwinningsput -, omgevormd tot natuur- en recreatiezones.

Partner Content