Indexering pensioen en rusthuisfactuur: hoe zit dat juist?
Recent vergeleek organisatie OKRA de gemiddelde rusthuisfactuur nog eens met het gemiddeld werknemerspensioen. Daar zit een grote kloof. Pensioenen zijn gekoppeld aan de gezondheidsindex, de rusthuisfactuur aan de gewone index van de consumptieprijzen. Is dat dé verklaring?
Net zoals andere socialezekerheidsuitkeringen stijgt je wettelijk pensioen met 2% vanaf de maand nadat de afgevlakte index (= de gemiddelde gezondheidsindex van de afgelopen 4 maanden) de spilindex heeft overschreden. Daarnaast is er ook een welvaartsaanpassing voor bepaalde pensioenen.
Ook de rusthuisfactuur wordt geïndexeerd. Maar hier wordt niet de gezondheidsindex gehanteerd, wel de ‘gewone index van de consumptieprijzen’.
Beide indexeringen gebeuren in procenten. Als een laag pensioen geïndexeerd wordt en een hoge rusthuisfactuur evenzeer, dan zal de kloof nog groeien.
Een andere index
“De consumptieprijsindex is een index die weergeeft hoeveel de prijzen van consumptiegoederen en diensten voor huisgezinnen evolueren” legt professor Marjan Maes uit (KULeuven, Faculteit Economische Wetenschappen). “Men vertrekt van een vastgelegde goederen-en-dienstenkorf (voeding, energie, vervoer, kleding,....) en volgt dan nauwgezet de prijsevolutie van de goederen en diensten in die korf. De gezondheidsindex is een consumptieprijsindex waarbij men geen rekening houdt met de prijsstijging van ‘ongezonde’ producten, meer bepaald brandstoffen, tabak en alcohol, niet toevallig producten die ook heel wat accijnsontvangsten genereren voor de overheid.
“Het klopt dus dat de pensioenen en de rusthuisfactuur niet aangepast worden op basis van dezelfde index” gaat Marjan Maes verder. “Maar ik denk dat je niet kan zeggen dat dit dé verklaring is voor de kloof tussen rusthuisfactuur en pensioenen. Daarvoor is het verschil tussen de indexen niet groot genoeg. Je kan dat volgen via de website van het Planbureau.”
De inflatievooruitzichten van oktober 2023 tot december 2024 die door het Federaal Planbureau werden opgesteld zijn gebaseerd op observaties tot september 2023 van Statbel. Op basis van die vooruitzichten zou de gemiddelde jaarinflatie (nationaal indexcijfer van de consumptieprijzen, NICP) in 2023 op 4,1% uitkomen, tegenover 9,59% in 2022 en 2,44% in 2021. De groeivoet van de zgn. ‘gezondheidsindex’ – die onder meer gebruikt wordt bij de berekening van de indexering van lonen, sociale uitkeringen en huurprijzen – zou in 2023 gemiddeld 4,4% bedragen, tegenover 9,25% in 2022 en 2,01% in 2021.
Ander ritme van indexeren
Zoals gezegd worden de pensioenen aangepast de maand na overschrijding van de spilindex. Voor rusthuizen is dat anders. Marjan Maes: “In 2022 zijn de pensioenen 5 keer aangepast, omdat de spilindex 6 keer overschreden werd, waarvan een laatste maal in december. In 2023 zal volgens het Planbureau de spilindex overschreden worden in oktober, en zullen de pensioenen in november 2023 geïndexeerd worden. De rusthuisfactuur mag normaal gezien maar één keer per jaar worden aangepast. Omwille van de hoge inflatie mocht dat uitzonderlijk twee keer per jaar, tot 31 augustus 2023. Dat betekent dat de inflatie met een vertraagd effect doorsijpelt in de rusthuisfactuur. Je krijgt dan ook een vertraagd effect. Dat is wat we vandaag zien gebeuren.
Los van wat er zich vandaag voordoet lijkt het me naar de toekomst toe plausibel dat de rusthuisfactuur sneller stijgt dan de inflatie om andere redenen, die te maken hebben met een gestegen kostprijs voor huisvesting/voeding/medische kosten... en een sterk stijgende zorgvraag door de vergrijzing, terwijl het aanbod niet kan volgen. Er zijn ook permanente en groeiende personeelstekorten in de rusthuizen.”
OKRA pleit voor maximumfactuur
Naast het verschillend indexeringsmechanisme voor pensioenen en rusthuisfactuur, klaagt OKRA ook nog andere dingen aan, zoals het feit dat de premies van het zorgbudget van 135 euro voor bewoners van woon-zorgcentra helemaal niet geïndexeerd worden. De organisatie pleit voor een maximumfactuur voor de zorgkost. Verder is er ook een groot verschil tussen de dagprijzen in commerciële woon-zorgcentra, vzw’s en woon-zorgcentra van OCMW’s.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier